Bureaucratie, beren op de weg en grenzen verleggen

We vertrokken 1 juli op ‘Canada-day’ uit Whitehorse. Canada-day heeft iets weg van Koninginnedag. We hadden de dag ervoor van een Nederlandse immigrante gehoord dat in het stadspark ’s ochtends ‘pancakebreakfast’ was. Nu zijn wij er achter gekomen dat je op pancakes erg goed kan fietsen, dus gingen wij voor het vertrek eerst terug naar de stad om aan te schuiven aan het ontbijt.

Er stonden veel tafels en stoelen en een aantal mannen(!) stond pannenkoeken te bakken. Erg gezellig allemaal. Prompt troffen wij de dame van de avond ervoor die vervolgens haar hele familie voorstelde. Haar moeder sprak nog accentloos Nederlands, waarbij wij sterk het gevoel kregen dat ze dat thuis ook nog met haar man sprak. Afijn we vertrokken later dan gepland.

Vanuit Whitehorse gingen we op weg naar de Continental Divide, dat is de plek waar de waterscheiding ligt. Aan de ene kant stroomt het water naar de Grote oceaan en aan de andere kant naar de Atlantische oceaan.

Onderweg stopten we na 60 mijl (ongeveer 100 km) bij een benzinestation. Hier konden we wat drinken. We stapten tegelijk met een vrachtwagenchauffeur binnen; wij bestelden ons blikje cola met een snicker en de vrachtwagenchauffeur wilde een hamburger bestellen. Hij liep al naar achteren waar het restaurantgedeelte was. Hij kende de weg omdat hij deze route lang had gereden en nu na twee jaar weer op deze route reed. Hij was zo gewend hier wat te eten omdat ruim honderd kilometer rondom dit pompstation niets te krijgen was. Wat bleek, zo kwam de eigenaresse ons vertellen, het restaurant was op last van de overheid gesloten. De overheid had bepaald dat het risico van besmetting van het drinkwater te groot was omdat haar bron te dicht bij de rivier lag. Deze situatie bestond overigens al jaren en er was nog nooit iemand ziek geworden. Een nieuwe regel stelde dat het niet meer kon; ongeacht het feit dat er veel mensen altijd aten (de eigenaresse had meer dan 2000 handtekeningen verzameld). Saillant detail was dat het water van de bron elke week(!) werd getest en dat de kwaliteit beter was dan het water in Whitehorse (de provinciehoofdstad). Vanwege het feit dat de vrachtwagenchauffeur een bekende was kreeg hij toch zijn hamburger en wij mochten ook onze bidons vullen met het water uit de bron.

De beren op de weg zowel letterlijk als figuurlijk

Het laatste stuk Alaska Highway voor ons kreeg nog een toetje omdat de camping op de splitsing dusdanig slecht was, hebben we er nog ruim 24 kilometer aangeplakt om naar Watson Lake te gaan. De dagteller kwam hierdoor op 145 km te staan. In Watson Lake zijn we twee dagen gebleven, 1 rustdag en 1 dag omdat het de hele dag regende. Hier werden we wat somber van en zagen meteen beren op de weg. De twijfel sloeg toe. We vroegen ons af of we het wel konden dat hele stuk met die lange dagafstanden.

Toch maar vertrokken naar de Cassiar Highway. Dit is een hele mooie tweebaansweg, die zonder vluchtstrook door de Cassiar Mountains heen kronkelt. Er zijn onderweg weinig voorzieningen en een aantal onverharde stukken, die met name met regen erg lastig zijn. En regen hebben we gehad, elke dag vielen er wel buien. We hebben zelfs een keer in de regen de tent af moeten breken. Op de Cassiar Highway kwamen we de echte beren op de weg tegen. Regelmatig zagen we beren oversteken of in de berm gras eten.

Cassiar Highway
Cassiar Highway

’s Ochtends kwamen we vaak vossen tegen. Een zwarte vos was zo nieuwsgierig dat hij naar ons toe kwam lopen. Wij bleven stilstaan en hij liep met een boog om ons heen en bleef hij nog even achter ons staan om vervolgens in het struikgewas te verdwijnen; een bijzondere ervaring.

We hebben ook nog een uitstapje gemaakt naar Alaska. Je kan op de Cassiar Highway een zijweg nemen naar Stewart. Daar ligt de grens met Alaska aan de kust. Dit was een hele mooie weg met gletsjers die tot aan de rivier lopen. Stewart is een aardig stadje waar we ook een rustdag hebben gehouden. We kwamen hier een andere fietser tegen uit Nederland, Erik Schaars. Met hem hebben we ’s ochtends een tijd gesproken en ’s avonds zijn we samen gaan eten, erg gezellig. Erik is onderweg naar Costa Rica, dus wellicht komen we elkaar onderweg nog tegen.

Van Canada weer even de US in

De laatste dag op de Cassiar highway zorgde voor een nieuwe ‘high score’ van 157 km! Om na je 40ste zo’n grens te verleggen, geeft ons beiden een goed gevoel. Inmiddels zijn we via de Yellowhead Highway in Prince George aangekomen. Hier hebben we de fietsen voorzien van een nieuwe ketting en nieuwe buitenbanden. Ook hebben we de olie in de Rohloffnaaf vervangen. We zijn dus klaar voor het volgende traject. We gaan via Jasper de Icefields Parkway fietsen om daarna de grens met de VS over te steken op weg naar Yellowstone park.

Gefietste route: Watson lake – Boya lake (110 km) – Moose Meadow camping (69 km) – Dease lake (86 km) – Mountain Shadow camping (80 km) – Kinashan park (45 km) – Bell II lodge (117 km) – Meziadin jct (95 km) – Stewart (65 km) – Meziadin jct (65 km) – Kitwanga (157 km) – New Hazelton (49 km) – Smithers (71 km) – Houston (67 km) – Burns lake (87 km) – Vanderhoof (125 km) – Prince George (104 km)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *