Na de bijzondere onderbreking van Peninsula Valdez zijn we vanuit Esquel weer op de fiets gestapt naar Trevelin. Trevelin is een klein plaatsje gesticht door de Welshmen John Daniel Evans. Er is nog steeds een beroemd teahouse waar we hebben genoten van een ouderwetse high tea met taartjes en sandwiches. We hebben ook nog een telefoontje moeten plegen naar aanleiding van een mail die Leo had gekregen over de aanstaande verkoop van Dynomic. Telefoneren kost hier een euro per minuut. Omdat Leo aandeelhouder is moet hij ook iets vinden van de verkoop en vanzelfsprekend stukken ondertekenen. Best bizar als je aan de andere kant van de wereld zit in een heel klein plaatsje met 1 telefoonlijn. Het was een nuttig telefoontje waarin is afgesproken dat Leo de mail goed in de gaten houdt. Het is hier in Patagoniƫ best lastig om contact te houden met Nederland; lang niet overal is internet en/of telefoon. De komende anderhalve week wordt eerst een due dilligence (boekenonderzoek) gedaan dus we kunnen rustig verder. We waren wel verrast dat dit nu ineens speelde, net nu we aan de andere kant van de wereld zitten.
Vanuit Trevelin gaan we weer richting Chili. En of de duvel er mee speelt regent het weer op de dag dan we naar de grens met Chili gaan. De weg begon geasfalteerd, maar werd al snel onverhard met veel los zand en lossen stenen. Niet zo heel erg, maar je schiet niet op. De omgeving wordt steeds mooier, steeds meer bos en riviertjes. Tegen de tijd dat we wilde eten regende het heel hard. Gelukkig vonden we een onafgemaakt huis waar we konden schuilen onder een afdak. Bij de grens met Chili moesten we nog een verklaring ondertekenen dat we geen voedsel het land mee innamen. Toch maar goed dat we voor de grens hadden geluncht. Uiteindelijke kwamen we in Futulaufeu, een klein plaatsje aan een meertje. Daar waren ze net bezig met groot onderhoud van de wegen waardoor het een grote blubberzooi was. Gelukkig konden we over het trottoir fietsen. Volgens de Lonely Planet is Futulaufeu een populaire plek voor kajakkers en rafters. Er was nu echter geen ziel te bekennen; het is ook nog niet het seizoen voor dit soort activiteiten.
Vanuit Futulaufeu zijn we de volgende ochtend op weg gegaan naar Puerto Ramirez; helaas weer in de regen. Wel weer een prachtige weg. Het gaat best op en neer en soms is het slippen met al die lossen stenen en dan is het lastig weer op te stappen. Soms wordt het dan even lopen. In de middag brak de zon door en werd het snel een stuk warmer. Puerto Ramirez bleek een gehucht van een paar huizen. We waren er eigenlijk al doorheen gereden en bij de splitsing stonden de borden richting Coyhaique. We zijn weer een stukje terug gefietst naar de plek waar we wilde slapen. Het “hotel” blijkt gewoon een kamer bij mensen in huis met gedeelde badkamer. We kunnen slapen, douchen en eten dus wij zijn weer helemaal tevreden. Toen we in het dorp nog wat rondliepen zagen we een vrouw op een paard. Later bleek dat de dochter van de eigenaresse van de hosteria waar we sliepen. De eigenaresse is een oudere vrouw die alleen Spaans spreekt en een paar tanden mist waardoor ze nog lastiger te verstaan is. Maar uiteindelijk begrijp je elkaar toch. Ze kookte in ieder geval een heerlijke maaltijd.
Uiteraard, zou je bijna zeggen hadden we weer regen bij ons vertrek uit Hosteria Veronika. De omgeving blijft erg mooi met veel fuchsia struiken. Het blijft ook erg op en neer gaan met nog steeds veel losse stenen. De volgende slaapplek zou in Villa Santa Lucia zijn. Dat bleek ook een plaatsje van niks te zijn, dat haar bestaan ontleent aan de bijgelegen militaire compound. De hospedaje waar we wilde slapen bleek dicht, zo hoorden we in het kleine supermarktje. Dus zijn we eerst een kopje thee gaan drinken in een casa de the. Dat bleek dus gewoon bij de mensen thuis aan de keukentafel. We kregen daar heerlijke broodjes met kaas en jam.
Aan de overkant van de casa de the was een adres waar we ook zouden kunnen slapen. Het zag er niet heel fraai uit, maar uiteindelijk zijn we daar toch terechtgekomen. We konden we warm douchen en het bed was niet slecht. De eigenaresse was en soort ma Flodder; maar wel bijzonder vriendelijk. Ze kon ook een maaltijd verzorgen, dus we waren weer voorzien van de noodzakelijke dingen. Later in de middag bleek ze ook een soort stopplaats te zijn voor de busjes die langskwamen. We hebben nog staan praten met passagiers die ons vertelde dat de regen in dit jaargetijde normaal was.