We waren op tijd de grens over en konden op zoek naar een hotel. Er was nog maar één hotel, terwijl er meer zouden moeten zijn. Corona had dus ook hier z’n sporen achtergelaten. Het was een behoorlijk oud hotel. Door twee jaar geen inkomsten te hebben gehad was de eigenaar niet in staat geweest om de investering te doen die nodig is om het hotel op te knappen. We konden niet doorfietsen omdat het al te laat was. Geld konden we ook niet wisselen, maar gelukkig hadden we in Luang Prabang $100,- omgewisseld in Vietnamese dong. We konden dus eten en het hotel betalen. De man van het hotel was wel bijzonder vriendelijk en gaf ons direct een andere kamer toen we erachter kwamen dat er enorme druppels aan het plafond hingen vanwege lekkage. Niet dat de andere kamer veel beter was, maar de douche was warm en we hadden een bed.
We kwamen veel watermolens tegen voor de rijstvelden. Dit gebied waar veel bamboe wordt verwerkt doet haar best om toeristen te trekken. We konden rechtsaf richting een gebied met allemaal resorts of linksaf door een rustiger gebied. We kozen voor de rustige weg. Beiden wegen kwamen uit bij Mai Chau. We zijn al een keer eerder in Mai Chau geweest toen we in Noord Vietnam fietsten, dus we wisten dat daar goede hotels zijn. We zijn een dag gebleven om te genieten van de omgeving en van het heerlijke eten. Het is een prachtige omgeving waar je tussen de rijstvelden kunt wandelen of fietsen.
De stad in fietsen ging prima. We hadden een rustige weg gevonden en alleen de laatste tien kilometer was het een gekkenhuis. We wisten dit, maar het ervaren is toch weer anders. Uiteindelijk valt het ook wel weer mee als je de dynamiek van het verkeer een beetje snapt. Met de stroom mee gaat het allemaal prima. Sterker nog dat wordt het zelfs leuk.
Eenmaal in een grote stad is er weer tijd voor praktische zaken als de kapper en de was. De kapper zat in een pandje op de derde verdieping. Dus een beetje kruip door sluip door om er te komen. Leo heeft zich een Vietnamese coupe aan laten meten. Het idee is kort aan de zijkant en iets langer haar bovenop. Dat meer haar bovenop is niet helemaal gelukt…
Alles gebeurt op straat. Heel veel restaurantjes hebben allemaal tafeltjes en krukjes op straat staan en iedereen eet buiten. Ook dus als het koud is.
We zijn nog bij het “Hanoi Hilton” geweest. Dat is de gevangenis die de Fransen hebben gebouwd om de Vietnamese vrijheidsstrijders vast te zetten. De gevangenis kreeg de naam Hanoi Hilton toen de Vietnamezen de Amerikanen daar gevangen hielden. Toch altijd bijzonder om te zien hoe mensen reageren tijdens een oorlog. Het is alleen jammer dat het leereffect nagenoeg nul is. Op dit moment woedt er weer een oorlog in Oekraïne, met dezelfde uitwassen als in alle anderen oorlogen. Je zou er somber van worden.
Er is een wijk waar kunstenaars onder het spoor prachtige schilderingen hebben gemaakt in de bogen. We zijn daar heen gelopen en kwamen daarna uit op een markt die allemaal spullen verkoopt voor het nieuwjaarsfeest Tet. Dit is het belangrijkste feest van het jaar. Het valt dit jaar tussen 20 en 29 januari en naast veel versieringen kopen de mensen veel cadeaus en lekker eten. Nu na Corona verwacht men extra drukte omdat veel families elkaar nu voor het eerst weer kunnen bezoeken.
Het blijft altijd leuk om te voet door een stad te dwalen. Dat valt overigens niet altijd mee omdat de Vietnamezen hun brommers en scooters dwars op het trottoir zetten. Je komt wel “bijzondere dingen” tegen zoals een paar restaurantjes waar je gebraden hond kunt eten.
Een van de delicatessen van Hanoi is de egg coffee. We konden het tentje nog moeiteloos vinden, waar een paar jaar geleden waren ondanks dat we nu bewust in een andere wijk zaten.
We hebben besloten van Hanoi naar Vientiane te vliegen. Het bleek dat je aan de grens van Laos bij Dien Bien Phu geen visum on arrival kon krijgen. Ook het online visum bood geen uitkomst. Dat was alleen te gebruiken voor de “toeristen grensposten” en daar viel onze beoogde grenspost niet onder.
Daarnaast is het veel kouder dan we hadden gehoopt. Het is nu 12 graden in Hanoi en dat is op zeeniveau. In de bergen is het doorgaans kouder. Bovendien kwamen we erachter dat de Tet viering in onze visumperiode viel. We hebben niet zo’n goede ervaring met het reizen gedurende de Tet viering. De hotels buiten de toeristenplaatsen zijn dan vaak dicht en op een paar dagen zijn ook de winkels en restaurants dicht. Zo is het toch altijd weer aanpassen aan de realiteit.