De paspoortcontrole op de luchthaven in Auckland ging allemaal heel soepel; geen lange rijen. We moesten wel wat langer op de bagage wachten, maar de fietsen kwamen wel weer snel. De fietsen zitten vaak in een aparte “krat” in het vliegtuig. Op Schiphol moet je ze ook afgeven bij de afwijkende bagage. De banden van de fiets werden extra gecontroleerd op aarde of andere rotzooi. Ze zijn hier als de dood voor ziektes. Logisch omdat een groot deel van het inkomen van Nieuw Zeeland wordt verdiend met vee. We konden op de luchthaven makkelijk een hotel regelen. Het hotel regelde meteen een shuttle bus waar de fietsen achterop de bagagekar werden gebonden. Het ging allemaal heel vlot; zo vlot dat Leo nog moest haasten met geld pinnen. Het Carlton hotel bleek een prima hotel midden in het centrum.
De volgende dag zijn we met de bus naar New Market gegaan naar ‘Pack and Paddle’. een outdoorshop voor fietsers. We hebben daar fietshelmen, gastankjes en een grondzeil gekocht. Verder zijn we naar het visitorcentre gegaan om informatie te vinden en te vragen of we de hotels in Wellington en Christchurch al moesten reserveren. Dat werd ons inderdaad sterk aangeraden omdat we daar rond de feestdagen zullen zijn en het dan erg druk is. De dame die ons hielp had veel lol in haar werk en deed erg haar best om voor ons de leuke hotels of B&B’s te vinden. We kregen nog een timetable mee voor de trein en een advies om een campinggidsje te kopen.
In de avond voelde Annette zich niet zo lekker en de dag erop had ze 39 graden koorts. Dus we hebben het vertrek met een dag uitgesteld. Op 7 december zijn we op pad gegaan. Annette was weer beter. Het eerste stuk hebben we de trein genomen om zo de stad makkelijk te verlaten. Helaas regende het behoorlijk, dat was in de trein nog niet zo erg, maar toen we gingen fietsen was dat minder leuk. In plaats van de tent op te zetten hebben we maar een cabin gehuurd.
De dag erop begon met miezer die als snel overging in serieuze regen; dus alle regenkleding aan. Maar ook met regenkleding aan wordt je toch nog nat van transpiratie. Het waaide behoorlijk dus was het flink doortrappen. We konden nergens schuilen, dus toen we in Thames aankwamen besloten we maar een motel te boeken. Een heerlijk motel met een groot bubbelbad. De vooruitzichten zagen er niet goed uit, dus hebben we nog maar een nachtje bijgeboekt. De supermarkt had alles wat we nodig hadden om een heerlijke maaltijd te bereiden, dus het leven was weer goed.
We fietsen door naar het schiereiland Coromandel. Dit is een dunbevolkt stuk met veel bossen. Het was ook prachtig fietsen langs de kust over de heuvels met uitzichten op zee. Coromandel als plaats is een echt toeristenplaatsje; waardoor we weer in een aardig motel terechtkwamen. De dag erop was er een met pittige klimmen. We fietsen op een gegeven moment even snel als een vrouw die omhoog wandelde.
Omdat het weer allemaal een beetje tegenzit, hebben we aan een hoteleigenaar gevraagd of het mogelijk is om Nieuw-Zeeland zonder kampeerspullen rond te fietsen. De motels die we nu tegenkomen zijn allemaal erg goed en niet eens zo heel duur. De hoteleigenaar dacht dat het zeker moest kunnen. Voor het Zuidereiland wist hij het niet zeker, dus stelde hij voor om de kampeerspullen naar Christchurch door te sturen. Dan konden we daar weer verder kijken. In de middag hebben we navraag gedaan bij het postkantoor over de kosten en in de avond besloten dat we de gok wagen en de spull