Na de fantastische dag in Kaikoura zijn we de volgende dag vroeg op de fiets gestapt. We hebben een cabin kunnen reserveren in Cheviot bij het visitiorcenter. Gelukkig maar want alles zat al vol. De dame van het visitorcentre had ons nog verteld dat het een pittige dag zou worden en ook de hoteleigenaar waarschuwde ons voor de klimmetjes; vandaar dat we vroeg zijn gestart. Het was een prachtige weg en bij Oaro begon het klimwerk. Omdat we er op voorbereid waren viel het achteraf wel mee. Na de klimmetjes werd het meer glooiend, maar door de harde tegenwind was het bijna net zo zwaar fietsen.
De camping was snel gevonden en die bleek in het bezit van een Nederlands stel van onze leeftijd. Eerst kregen we de oude gevangenis van Cheviot als overnachtingsplek (twee cellen met zware sloten), maar toen kwam de vrouw van het stel vertellen dat het niet goed was en moesten we verhuizen naar wat later een oude wagon bleek te zijn. De eigenaar kwam regelmatig even babbelen. Ze hadden zelf ook veel gefietst en in Amsterdam oud-zuid gewoond. De camping zag er leuk uit met zwembadje en wat dieren.
Het plaatsje Cheviot stelde niet veel voor. Wel was er een ’take away’ waar ze Nederlandse kroketten verkochten. Vast de broer van de campingeigenaar. We hadden van hem gehoord dat ook zijn broer was geëmigreerd. De volgende ochtend kregen we verse eitjes en zaten we al om 07:30 op de fiets. De dag begon met harde wind tegen en we gingen omhoog. Na 32 km hadden we het ergste gehad en begonnen we langzaam te dalen. We naderde nu Christchurch, dus het werd flink drukker. Uiteindelijk waren we om 16:30 in het hotel (the Heritage), dat prachtig gelegen lag op het Cathedral square midden in het centrum
De laatste dag van het jaar was een rustdag. We hadden best vermoeide benen van de dagen ervoor, dus de rustdag kwam als geroepen. We zijn eerst naar het postkantoor gegaan om onze doorgestuurde spullen op te halen. Het was allemaal keurig gearriveerd. We hebben veel spullen meteen maar doorgestuurd naar Nederland. Het is zo prima te doen, mits je zo nu en dan tijdig reserveert. De mensen in de visitorcentres zijn zonder uitzondering (tot nu toe) bijzonder vriendelijk. In zijn algemeenheid zijn de Nieuw Zeelanders een vriendelijk volk. Het is er nergens druk, dus je staat bijna nergens in een rij. Ze noemen het zelf ook “New Zealand, the best kept secret in the world”.
De rest van de dag hebben we een beetje rondgewandeld en nog wat spullen gekocht. Leo heeft een merino shirt gekocht en Annette een broek. Het is kouder dan verwacht en omdat we nu op het Zuidereiland zitten kan het nog iets kouder worden. In de avond zouden er twee bands optreden op het plein, dus de rest van de middag hebben we niet veel meer gedaan. In de avond was het heel gezellig op het plein. Je mocht er alleen niet drinken, dus zijn we in een Ierse pub beland. Daar werd het steeds gezelliger. Om een uur of elf kwamen er jongelui binnen die allemaal verkleed waren. Op het plein was het feest om 12:30 afgelopen en er werd geen vuurwerk afgestoken.
Op 1 januari was alles natuurlijk dicht, maar we konden wel naar de botanische tuinen. Er waren daar zoveel tuinen dat één dag niet genoeg was. Een mooie reden om nog eens terug te gaan. We hebben wel een bakker gevonden die open was en die verkocht “survival” brood. Dat brood zou volgens de folder 14 dagen vers blijven. Dat hebben we gekocht. We zullen waarschijnlijk niet vast kunnen stellen dat het 14 dagen vers blijft omdat we het dan al lang op hebben.