Christchurch uit bleek makkelijker dan gedacht. Zo grote stad uit fietsen is toch altijd een gedoetje. Je wil zo rustig mogelijk fietsen, maar ook weer niet kilometers omfietsen. Uiteraard, zou je bijna zeggen hadden we een stevige plensbui. Het duurde gelukkig maar een uurtje. De weg glooide een beetje, dus het was prima fietsen. Later op de dag trok de wind steeds meer aan, waardoor het toch nog zwaar werd. We werden bij vlagen bijna van de weg geblazen. op een gegeven moment kwam er een afdaling van 4 km naar een snelstromende rivier. Helaas moesten we aan de andere kant weer omhoog, wat met de forse tegenwind niet lukte. We hebben dus een stuk moeten lopen. De dag erop, naar Geraldine was de win gedraaid. Dus heerlijk fietsen met de wind in de rug.
De dag na Geraldine was eigenlijk een hele lange klim. We moesten een pas over (Te Kopu Upihi is de Maori naam voor de ze pas) over met bovenop een grote steen.
Na deze pas gingen we een steeds leger landschap in, tussen bergen door en over bergen heen. Vanaf de Burkes Pass ging het nog even steil omhoog. Bovenop waaide het enorm. We zaten op 700 meter en het was behoorlijk kaal daar met wel velden met lupines in vele schakeringen paars en rood.