Na Nelson was het nog een paar dagen fietsen naar Picton, waar we weer met de ferry naar Wellington gingen. We hebben een treinreis geboekt van Wellington naar Auckland omdat we gelezen hadden dat het stuk boven Auckland ook de moeite waard is. Heb je dus tijd en dan moet je nog keuzes maken. De treinreis naar Auckland is 681 km en dat betekende 11 uur onderweg, en daar kwam nog eens een uur vertraging bij. Best een lang stuk dus; we kamen om 20:30 aan in Auckland. Het hotel was niet ver weg, dus het viel zeker achteraf allemaal erg mee.
De dag erop zijn we voor het eerst met een bus geweest met de fietsen. De chauffeur dacht dat de fiets er zo wel in zou passen, maar dat viel toch weer tegen; de voorwielen moesten eruit. Dat is natuurlijk niet zo erg, alleen je hebt dan meteen van die vieze handen.
We hadden gelezen dat er een mooi museum was over de Kauri bomen. De Kauri bomen zijn inheemse bomen en komen nu alleen nog op het Noordereiland voor. Vroeger stond het vol, maar er is heel veel gekapt. De bomen kunnen tientallen meters hoog worden en zijn pas na 800 jaar volgroeid. We hebben onderweg een mooi motel gevonden vanwaar we goed naar dat museum kunnen. Het bleken erg aardige mensen te zijn.
We hebben ook Watangi day kunnen vieren op de plek waar de Engelsen aan land kwamen. Waitangi Day is een nationale feestdag in Nieuw-Zeeland, en valt ieder jaar op 6 februari. De dag viert het Verdrag van Waitangi, het document dat op 6 februari 1840 werd ondertekend waardoor de staat Nieuw-Zeeland een feit werd. Er zijn dan allerlei activiteiten, waaronder een bootrace en het opnieuw aan land komen van de Engelsen. Het lijkt in een aantal facetten op Koninginnen dag in Nederland.