Je kunt met goed fatsoen niet om Angkor Wat heen. Leo heeft inmiddels een chronische tempelmoeheid ontwikkeld, maar ondanks dat zijn we toch gegaan. Het is toch beeldbepalend voor Cambodja (vrij letterlijk, je komt het beeldmerk en de naam Angkor overal tegen).
Het eigenaardige is dat het tempelcomplex is verhuurd aan een private partij. De omzet bedroeg in 2017 meer dan 100 miljoen dollar. Van die 100 miljoen gaat “maar” 28 miljoen naar onderhoud en restauratie. Er is dus een clubje mensen dat 72 miljoen opstrijkt. Eigenbelang boven het algemeen belang van het beschermen van cultureel erfgoed.
We zijn niet naar de zonsopkomst gegaan. Wel zijn we vroeg op pad gegaan en langs Angkor Wat naar de volgende tempel gefietst. Die ging pas om 07:30 open. We waren letterlijk de eerste die dag. Zo zijn we de hele dag de grote groepen voorgebleven en hebben we een prachtige rustige dag gehad. Niet in de laatste plaats omdat het hele complex ook een prachtig park is, met veel grote bomen.
Siem Reap viel ook niet tegen. De verwachting was dat het zo’n puur toeristenstad zou zijn. Het centrum is wel zo, maar er zijn ook veel delen die best de moeite waard zijn. Er zijn overigens 1000 hotels in Siem Reap. En het vliegveld wordt uitgebreid. Dus het risico van ontsporing is wel degelijk aanwezig.
Wij zaten in een heerlijk hotel, een stadsvilla die wordt gerund door een Pakistaans/Australisch echtpaar. We hadden een prachtige kamer met balkon en het lag op een rustige plek in de stad, ruim een kilometer van het centrum.
We zijn ook nog naar een “silkfarm” geweest. Daar wordt zijde gemaakt van de cocon van de zijderups. Eigenlijk niet veel beter dan de bio-industrie. 80% van de rupsen wordt vermoord voordat ze uit de cocon kunnen komen. Als ze dat zouden doen breekt de zijden draad waarmee de cocon is gemaakt.
2 reacties
Mooie foto’s. Weer lekker om te lezen.
Haha, chronische tempelmoeheid…. onze kinderen noemen het een jeugdtrauma 😏 (die ik ze overigens van harte gun, je kunt t erger treffen)!