Onze eerste rustdag was in Ubon Ratchathani. Hier zou een tempel staan met een oude houten bibliotheek en die wilde Annette graag zien. We dachten het zal wel aangegeven staan, maar dat bleek een misvatting. Wel drie grote tempels gevonden en bekeken en toen maar koffie gaan drinken.
Tijdens de koffie raakten we in gesprek met Edwin uit Friesland. Hij woonde al vijf jaar in Thailand en gaf les aan de universiteit. Hij had net te horen gekregen dat hij was ontslagen omdat hij niet gevaccineerd was. Zo hadden we toch nog een Corona gesprek….
Na het gesprek met Edwin zijn we weer op zoek gegaan naar de tempel. We hadden bij de koffietent met behulp van de Wifi op Google Maps kunnen spieken waar de tempel zich ongeveer zou moeten bevinden. We hebben de tempel uiteindelijk gevonden. Het is een best bijzondere tempel, dus de moeite waard om wat langer te zoeken.
Na de rustdag zijn we weer doorgefietst richting de Mekong, naar het plaatsje Kong Chiam. Vlak bij Kong Chiam is een National Park dat goed te bereiken zou zijn met de fiets. Dus een extra dag in Kong Chiam zodat we naar het park konden. Bovendien is Kong Chiam een leuk stadje en we hadden een gezellig hotelletje.
Het plaatsje dankt zijn bekendheid aan het feit dat daar twee rivieren samenkomen en dat is met name in de regentijd goed zichtbaar omdat de kleuren van het water dan verschillen. Er is op die plek dan ook een tempel gebouwd op het punt waar de rivieren samenkomen. Er worden vaak krachten toegekend aan natuurlijke fenomenen, die wij westerse mensen dan lastig te begrijpen vinden. Je ziet ook vaak oude bomen omwikkeld met sjerpen en andere offergaven. Zeker als men wetenschappelijk geschoold is wordt het moeilijker te begrijpen. De wetenschap wil overal een rationele verklaring voor vinden. Op de fiets kan je rustig mijmeren over hoe je die twee werelden kunt verenigen.
We zijn de volgende dag op de fiets naar het park gegaan. Heen vooral berg op binnen het park. In het park was het allemaal prima geregeld en erg rustig. We waren bijna de enige bezoekers. De koffie bovenop was veel beter dan je zou verwachten dus we begonnen goed.
Na de koffie begonnen we aan de wandeling op weg naar de rotstekeningen. Prachtig uitzicht en een lange trap naar beneden brachten ons op de rand van de klif waar de rotstekeningen waren te zien.
Verder langs de Mekong kwamen we in een kleine plaatsje, waar we een hotelletje wilde boeken, maar er was niemand toen we aankwamen. De vrouw van het stalletje zei dat er om twee uur wel iemand was, dus zijn we eerst gaan koffiedrinken. Leuk tentje met een heel vriendelijk meisje. Bij de koffie kregen we een hele pot thee, dus we zaten prima.
Even na twee uur arriveerden we weer bij het hotel om in te checken. Not dus. Er was nog steeds niemand. De dame van het stalletje zag ons en ging de eigenaresse bellen. Die vertelde doodleuk dat we maar om vier uur terug moesten komen. Veel hotels hebben het zwaar omdat er nauwelijks buitenlandse toeristen zijn. We zijn dus meteen naar een ander hotel op zoek gegaan.
De dag erop kwamen we in That Phanom. Het hotel dat we op het oog hadden bleek vol. Dat vonden we best eigenaardig gegeven het feit dat er weinig toeristen waren en het hotel over 120 kamers beschikt. Gelukkig had een ander hotel nog 1 kamer vrij. Later in een gesprek met de eigenaresse van ons hotel bleek dat er een religieus feest zou zijn, dus alles was volgeboekt. We zaten ergens koffie te drinken en dat bleek achteraf de andere kant van het hotel te zijn. De eigenaresse die we daar spraken had de voorkant van het hotel gerenoveerd en liet ons trots zien wat ze ervan had gemaakt.
In de avond zijn we naar de tempel gelopen om te zien wat er gaande was. Was best indrukwekkend. Mensen liepen rond de tempel gebeden prevelend. De tempel zelf zag er overdag al mooi uit, maar ‘s avonds nog mooier
Later spraken we een tijdje met een monnik die erg goed Engels sprak en de hele wereld al over geweest was. Hij vertelden dat er eind januari een groot festival zou zijn en dat het dan helemaal vol zou lopen. De Thaise regering wist nog niet of ze het zouden toestaan gegeven de Corona epidemie. Hij gaf ons nog wat tips waar we zeker heen zouden moeten.
De volgende dag zijn we doorgefietst naar Nakhon Phanom. Daar bleek dat we mazzel hadden omdat we in het weekend aankwamen en dan is er een grote markt lang de rivier. Met een speciale lichttunnel met daarin de sterrenbeelden.
De volgende dag zijn we naar het huis geweest van Ho Chi Min. Het is een replica van zijn huis in Udon Thani, waar hij tussen 1928 en 1929 regelmatig verbleef en zijn verzet tegen de Fransen voorbereidde. De Vietnamese emigranten die hier wonen hebben er ook een museum laten bouwen. Het eigenaardige is dat het huis dat er nu staat en we bezocht hebben een replica is van het origineel en dat ook in het museum (een paar honderd meter verder) ook weer een replica staat van dat huis.
Op de weg naar het museum kwamen we Bert Sitters tegen. Hij is een van de oprichters van de vereniging voor wereldfietsers. We spraken af ‘s avonds samen te eten. Dat viel een beetje in het water omdat we door taalproblemen niet het verwachte eten kregen. Twee dagen later kwamen we hem weer tegen en hebben we nogmaals samen gegeten.
Onderweg raakten we in gesprek met de manager van het PTT tankstation. Bij dit tankstation zit altijd een Amazon koffietent. Zij had lang in Amerika gewoond en sprak uiteraard daardoor de Engelse taal erg goed. Zij probeerde het toerisme te bevorderen en had een paar A4tjes liggen met tempels en parken om te bezoeken. Dit deel van Thailand is toeristisch nog niet zo ontwikkeld dus er ligt zeker ruimte. Het probleem op de fiets is dat veel bezienswaardigheden een eind van de hoofdwegen verwijderd zijn. Even 40 km heen en weer 40 km terug is dan geen optie.
Eén reactie
Very nice photography!!
Enjoy the bicycle 🚲 ☕️ ☕️ ☕️☕️☕️☕️☕️🚲.
M&C