We zijn een week in Huaraz gebleven waar het goed toeven was. Het is een toeristenplaats waar veel klimmers en bergwandelaars komen. Het voordeel van een toeristenplaats is dat de voorzieningen aangepast zijn aan die toeristen. Kortom heerlijke koffie. Op zondag waren alle fietsers van de “Cañon” groep in town. Via mail werd een afspraak gemaakt om bij Café Andino (de place to be voor koffie en wireless) om foto’s uit te wisselen. We hebben daar uiteindelijke bijna de hele dag gezeten.
Na al die rustdagen werd het hoog tijd weer verder te gaan. We hadden afgesproken met het gezin om gezamenlijk verder te fietsen en zouden elkaar om 10 uur op de Plaza ontmoeten. Op de Plaza bleken ineens ook Martijn en Susan van de partij om mee te fietsen. We hadden hen al in Caraz ontmoet. Na nog wat bankzaken en het kopen van broodjes gingen we met een groep van 8 op weg naar Catac. De weg ging omhoog en zou dat de komende 40 kilometer blijven doen. Onderweg bleek dat Ciska weer last kreeg van haar knieblessure. De negen dagen rust bleken niet voldoende. Na 24 kilometer moesten we afscheid nemen van elkaar. Erg jammer, want we hadden ons allen verheugd op de tocht door het park. Annette en ik zijn doorgegaan met Martijn en Susan. In het eerste dorpje na het afscheid van het gezin zijn we gestopt om te lunchen. Annette is in dat dorp in een put gestapt, kniediep. Iedereen schrok zich rot. Ineens was haar halve been verdwenen. Als door een wonder had ze alleen wat schaafwonden aan haar knie en de andere knie werd weer blauw. We realiseerden ons allen dat het veel erger had gekund. In Catac vonden we snel een hostel. De temperatuur was in de avond al een stuk lager dan in Huaraz en in de ochtend bij het vertrek was het maar net boven nul.
Na 15 km konden we linksaf richting het park. De weg hield op geasfalteerd te zijn en dat zou de komende dagen zo blijven. Na ruim 20 km bereikten we de ingang van het park, waar ook een bezoekerscentrum was. We hebben daar geïnformeerd naar de beste plaats om te kamperen. We konden bij het bezoekerscentrum kamperen, maar we besloten nog een paar kilometer verder te fietsen. We vonden daar een mooi plekje waar we ook op het gemak de bijzondere planten, Puya Raimondi, konden bekijken, die typisch zijn voor het park.
De volgende ochtend was het water in de bidons stijf bevroren en stond het ijs op de tent. Het was -5 graden; niet ongewoon voor de hoogte van 4200 meter waarop we ons bevonden. Na een warm ontbijt van havermout klommen we verder op weg naar de pas van 4860 meter. Het was een prachtige tocht.
Af en toe waren er steile stukken die op deze hoogte voor wat ademhalingsproblemen zorgden. Het meeste was goed te fietsen in de kleinste versnelling. Maar aan het eind van zo’n dag merk je toch dat op deze hoogte veel van je wordt gevraagd. Even hadden we het gevoel dat we verdwaald waren, omdat de beschrijving van de route die we hadden niet helemaal klopte. Het gevolg was dat we iets te laat stopten om te kamperen, waardoor we in het donker moesten eten. Het werd ook weer heel snel koud. De tweede nacht kampeerden we op 4700 De dag erop waren we al heel snel bij de asfaltweg, die boven op de pas begon.
Daarna volgde een afdaling helemaal tot in Huallanca. Omdat we redelijk vroeg waren begonnen, het was nog erg koud, kwamen we verkleumd aan in Huallanca. Gelukkig konden we daar nog een ontbijt met thee en eieren bestellen. Na het ontbijt stond de zon weer hoog genoeg en werd het al snel warm. Annette en ik besloten een dagje te blijven om wat uit te rusten van de zware tocht. Martijn en Susan bleven ook een extra nachtje, maar gingen op de rustdag met de bus naar Huaraz om een vriend te ontmoeten.
Gezamenlijk stapten we weer op de fiets richting Huanuco. Eerst richting La Union. De weg loopt daar door een nauwe kloof en is voor de helft geasfalteerd. In La Union hebben we nog een keer ontbeten. Er hing een beetje een raar sfeertje in dat dorp. We bleven min of meer dalen, waardoor we snel bij de etappeplaats Pachas waren. We besloten nog wat verder te fietsen naar Tingo Chico. Ook daar waren we vroeg. Het bleek ook een heel klein plaatsje en we zagen ook niet direct waar je kon slapen, dus maar weer opgestapt. 10 kilometer verder zou nog een plaatsje (Acobamba) zijn met accommodatie. Echter in Acobamba bleek het enige hostel dicht te zijn. We moesten dus weer kamperen. Gelukkig kwamen we nog een winkel tegen waar we wat tomaten, uien, water en brood konden kopen. Een paar kilometer buiten het dorp vonden we een mooie kampeerplek, onzichtbaar vanaf de weg en naast een riviertje.
Goed uitgerust begonnen we de dag erop aan een klim van 15 kilometer naar de top van de pas op 4150 meter. Het ging heel lekker en om 10:15 stonden we bovenop een banaantje te eten en te genieten van de stilte en het uitzicht. Daarna begon een afdaling van 33 kilometer. In de afdaling, na een paar kilometer is Leo gevallen. Het is niet duidelijk waarom. Er passeerde een taxi en vlak daarna lag hij op de grond. De weg was wel slecht, dus waarschijnlijk is het achterwiel op een grote kei gekomen en onderuit geslipt. Het was meteen duidelijk dat het niet goed was. Zijn enkel werd direct heel dik en even kon hij er niet op staan. Na even gezeten te hebben zakte de pijn wat weg en kon hij er weer een beetje op staan. Tja wat moet je. We zijn maar weer op de fiets gestapt om verder te dalen. Op zich ging dat redelijk, maar elke keer als je weer aangevallen werd door honden, moest je van de fiets. Dat ging steeds slechter en het hobbelen op de onverharde weg ging steeds meer pijn doen. We wisten niet precies wat er aan de hand was, dus om verdere schade te beperken zijn we gestopt.
Annette heeft een vrachtwagen aangehouden en gevraagd of die ons mee kon nemen naar Huanuco. Toen de chauffeur de enkel van Leo zag ging hij direct aan het werk om een plek voor ons te maken achter in de vrachtwagen. Er bleken veel meer mensen in te zitten dan wij hadden gezien. Iedereen moest opschuiven en alle tassen en overige bagage werden op elkaar gepakt. Tussen de zakken met levende biggen en aardappels vonden we nog net een plekje om te zitten. De fiets van Annette moest helemaal bovenop. De vrachtauto ging voor ons gevoel niet sneller naar beneden dan wij zelf op de fiets. Het was al met al nog een hele tocht naar beneden. Na een uur moest er eerst gegeten worden en later hadden we nog pech omdat de motor niet meer wilde starten. Gelukkig kon dat mankement ter plekke worden verholpen.
In Hanuco zijn we naar een goed hotel gegaan. Vandaar naar het ziekenhuis om een röntgen foto te laten maken. Gelukkig bleek er niets gebroken te zijn. We kregen een recept mee voor pijnstillers en een zalfje. Nu zitten we te revalideren. De zwelling is inmiddels nagenoeg verdwenen en Leo kan weer voorzichtig lopen met een elastische enkelband. We hopen over een dag of vijf weer te kunnen fietsen