Het revalideren bleek langer te duren dan we wilden. Na een paar dagen was Leo’s voet behoorlijk blauw en opgezwollen. Hij kon er ook niet goed opstaan. We hebben dus noodgedwongen 14 dagen in Huanuco doorgebracht, zoveel mogelijk met het been omhoog. Gelukkig hadden we een goed hotel met tv en veel filmkanalen en een wireless netwerkverbinding. Leo was erg blij met de laptop. Veel hebben we dus niet gedaan in Huanuco, koffiedrinken en een keer naar de kapper waren toch wel de belangrijkste dingen.
Om niet teveel achter te geraken op ons schema besloten we om met de bus verder te reizen richting Cuzco. We hebben dit in verschillende etappes gedaan om zo ook nog en beetje rustig aan te kunnen doen. De eerste etappe kon helaas alleen met een nachtbus naar Huancayo. Vanaf Huancayo zijn we met de bus naar Ayachucho gegaan. Dat was een rit over een onverharde weg die niet breder was dan de bus en die vlak langs een rivier liep, hoog tegen de bergen. We hebben daar wat angstige momenten mee gemaakt. Soms leek het net of de bus over de rand zou gaan. Overal waren ook stukken berm weggeslagen en waren de gaten afgezet met linten met doodshoofdjes. Twee dagen later in Ayachucho bleek dat diezelfde bus op de terugweg is verongelukt. We zagen bij de krantenkiosken de gruwelijke voorpagina’s. Dit nieuws was inmiddels ook tot in Nederland doorgedrongen, waarbij ook werd vermeld dat er mogelijk twee Nederlanders waren omgekomen. Dit leidde tot (begrijpelijke) paniekmailtjes van de familie. Gelukkig zaten we niet in die bus.
We zijn een dag met een tour naar de historische plek gegaan waar de Spanjaarden in een laatste veldslag definitief zijn verslagen. Helaas sprak de gids geen Engels dus van de hele toelichting hebben niet veel begrepen. Na Ayachucho zijn we in twee dagen met de bus naar Cuzco gegaan. Op allebei de dagen kregen de bussen een klapband. Na deze incidenten hadden we dat gedoe met die bussen wel even gehad. Je kunt toch beter op je fiets zitten.
In Cuzco zijn we uiteraard naar de Machu Picchu gegaan. Het was de moeite waard, maar niet het geld wat ons betreft. Vanwege de problemen met de enkel van Leo konden we niet met een trekking gaan en hebben we uiteindelijk een tour geboekt. Al met al kwam dat voor ons neer op US$ 390,- . Erg veel geld! Nu hoorden we laatst dat Machu Picchu niet eens in handen is van Peru, dus het geld verdwijnt ook nog eens uit het land. De toegankelijkheid van dit cultureel erfgoed is op deze manier slechts voorbehouden aan de rijke westerling. Commerciële waarde boven cultuurhistorische waarde. Desalniettemin was het wel mooi om te zien.
We zijn een kleine week in Cuzco gebleven om nog wat te revalideren. Vanaf Cuzco zijn we weer gaan fietsen. De tweede dag over de “Abra La Raya” een pas van 4338 meter, een prachtige weg langs besneeuwde toppen. De trein van Cuzco naar Puno stopt ook bovenop de pas om de passagiers te laten genieten van het uitzicht. Op de top bevinden zich ook allerlei souvenirstalletjes die wat snoep, wollen truien en drinken verkopen, wat voor ons fietsers wel handig is.
De laatste dag van het stuk naar Puno was vreselijk om te fietsen. Het begon al net buiten Juliaca, waar een lijk op de weg lag. Eerst dachten we nog dat het afgevallen lading was, maar toen we er langsreden was het een stoffelijk overschot. Geen prettig gezicht. Later voor Puno waren ze met de weg bezig waardoor er een wegomlegging was die onverhard was. Er reden erg veel bussen en vrachtwagens die allemaal haast hadden. Dat leverde enorme stofwolken en veel angstige momenten op. Gelukkig hebben we heelhuids Puno gehaald. Bij binnenkomst bleek er een grote demonstratie gaande waardoor we niet door konden fietsen. We hebben een stuk met de fiets aan de hand meegelopen met de demonstratie. Het is ons niet helemaal duidelijk geworden waarom er werd gedemonstreerd, maar het heeft een paar dagen geduurd. Grote groepen mensen bleven bivakkeren op de Plaza de Armas.
In Puno zijn we twee dagen gebleven. Een rustdag en een dag waarop we een boottocht hebben gemaakt naar twee eilanden in het Titicacameer. Deze tour schijnt overigens bovenaan in de lijst met de meest saaie toeristische trekpleisters ter wereld te staan. Een lijst opgesteld door het Britse dagblad ‘The Times’. Wij zijn het niet eens met de journalist. Het was een leuke dag met zeker op het eiland Taquile een aantal interessante dingen. De manier van weven van textiel is zo bijzonder dat dit in de categorie textiel vier jaar geleden op de werelderfgoed lijst is geplaatst. Daarnaast breien alleen de mannen speciale mutsen. Dit breiwerk is zo fijn dat het wel machinaal lijkt. Op de drijvende eilanden kun je zien hoe de mensen alles van riet maken. De eilanden zelf, de huizen en de boten. Hoewel nu ook zonnepanelen en tv’s aanwezig zijn op de eilanden houden de mensen hun tradities in ere en blijft het een prachtig gezicht.
Na Puno was het twee dagen fietsen naar Copacabana. Copacabana ligt al in Bolivia, dus op de tweede dag passeerden we de grens. Bij de Peruaanse grens bleek dat Annette geen ‘entry’ stempel in haar paspoort had. Feitelijk is zij dus ruim twee maanden illegaal in Peru geweest. De dame van de douane vond het gelukkig niet zo’n probleem en gaf haar wel een ‘exit’stempel. Bij de grens met Bolivia ging het zo mogelijk nog soepeler. De man daar wilde ons een visum voor 30 dagen geven, maar toen we zeiden dat dat misschien wat kort was, kregen we zonder problemen een visum voor 90 dagen.
In Copacabana zijn we weer een dagje extra gebleven omdat het wel een prettig stadjes was. De dag die we daarna fietsten was er een die moeiteloos in de top tien van mooiste fietsdagen kan staan. Prachtige uitzichten op de besneeuwde toppen van de Cordillera Real en op het azuurblauwe water van het Titicacameer. De tweede dag naar La Paz kwam daarentegen zeker in aanmerking voor een plaats in de top tien van meest lelijke fietsdagen, hoewel het uitzicht op de stad veel goedmaakte. Het was echt vreselijk om te fietsen in El Alto, een grote voorstad van La Paz.
Het is een brede weg waar doorlopend busjes naar de zijkant schieten om passagiers in en uit te laden. Wij fietsen aan de zijkant, dus we worden doorlopend gesneden. La Paz ligt zo’n 500 meter lager dan El Alto, waardoor je in een soort gat rijdt. Een lange steile afdaling van 10 kilometer op een vluchtstrook van een snelweg bracht ons uiteindelijk in het centrum. Daar is het een gekkenhuis voor wat betreft het verkeer. De hele stad staat vast en iedereen doet maar wat.
Uiteindelijk hebben we een hotel gevonden, dat we de dag erop weer hebben verlaten om in een beter hotel onze intrek te nemen. We zijn meteen naar het postkantoor gegaan om een postpakket op te halen met onze nieuwe reisgidsen, kaarten, leesboeken en fietsonderdelen in zitten, Helaas was het nog niet aangekomen. Twee dagen later gelukkig wel. We zitten nu ruim een week in La Paz een beetje bij te komen en vooruit te plannen. Lekker eten en heerlijke kopjes cappuccino (ook Annette drinkt tegenwoordig ook cappuccino) houden ons langer in La Paz dan gepland, maar we genieten er met volle teugen van.